Villa Paterswolde
Inleiding
Een in 1931 in Interbellum-architectuur gebouwde VILLA met kenmerken van de Engelse Landhuisstijl en de Amsterdamse Schoolstijl. Het pand werd in opdracht van de gemeente Eelde ontworpen door het architectenduo J. Boelens uit Assen en H. Hofstee uit Paterswolde. De woning staat op het Nijborgterrein, een deels omgracht terrein van een voormalig landgoed. Vanwege de ligging op dit terrein bestaat er samenhang met de drie naastgelegen villa’s, waarvan Hoofdweg 274 is aangewezen als rijksmonument en Hoofdweg 276 is aangewezen als provinciaal monument. Voor de bouw werd het 17e eeuwse landhuis waartoe het terrein behoorde gesloopt. Het lag aanvankelijk in de bedoeling dat op deze plek het nieuwe gemeentehuis van Eelde zou verrijzen, maar na protesten uit de Eelder bevolking, dat alweer een overheidsgebouw in Paterswolde zou worden gebouwd, werd een locatie in Eelde gevonden. Vervolgens werd op een deel van het Nijborgterrein de huidige villa gebouwd, die dienst ging doen als burgemeesterswoning. Een deel ven de keldergang van de 17e eeuwse voorganger is tegenwoordig nog onder de tuin aanwezig. In 1982/1983 werd de woning verbouwd, waarbij de originele gietijzeren kozijnen met roedenverdeling werden vervangen door kunststof kozijnen. De villa staat sterk teruggeroooid op een ruim perceel met voor en achter een ruime tuin met gazon, waarin ondermeer een 300 jaar oude rode beuk. In de tuin achter de woning staan nog (resten van) twee zeer oude bomen. Het pand is gelegen naast landgoed en natuurgebied ‘De Braak’.
Omschrijving
De ruime VILLA op samengestelde plattegrond bestaat uit twee bouwlagen en is gedeeltelijk onderkelderd. Het pand is opgetrokken in rode baksteen en wordt gedekt door een overkragend zadeldak waarop een rode verbeterde Gotische pan (oorspronkelijk blauwe Romaanse pan). De onderzijde van het dakoverstek is betimmerd met wit geschilderde schroten. De kap heeft twee gemetselde nokschoorstenen met een uitkragende rollaag en een sterk uitkragende zinken bakgoot.
Rechts tegen de zuidelijke gevel een serre met gemetselde borstwering; samengesteld liggend venster onder witte latei; rode keramische lekdorpeltegels. Daarboven een balkon met gemetselde
borstwering met uitkragende rand; deur met staande zijlichten onder witte latei. Links tegen
de zuidelijke zijgevel een niet oorspronkelijke platte overkapping van het terras, rustend
op een gemetselde pijler.
Alle gevelopeningen bevinden zich onder een uitkragende witte latei en worden geleed door enkele en samengestelde staande vensters, aan de voor- en achterzijde nog (deels) voorzien van de originele houten luiken en aan de onderzijde voorzien van rode keramische lekdorpeltegels. Rechts tegen de noordgevel een rechthoekige aanbouw onder schilddak met naar voren toe een plat gedeelte waaronder de entree. Het dak heeft rode verbeterde Gotische pannen en een uitkragende bakgoot. Een gemetselde muur met tuindeur vormt de verbinding tussen de noordgevel en de garage onder zadeldak belegd met een rode verbeterde Gotische pan; uitkragende zinken bakgoot; aan de voorzijde voorzien van een niet originele aluminium garagedeur. In verbindingsmuur tussen woning
en garage zijn twee gevelstenen ingemetseld, de een met als tekst “Gebouwd 1931”, de andere met in Romeinse cijfers het bouwjaar van de gesloopte voorganger van de villa.
De entree is gelegen in het midden van de noordelijke zijgevel en bestaat uit een natuurstenen bordes onder plat dak rustend op een gemetselde pijler; plafond van wit geschilderde schrotenbetimmering; gladde eikenhouten deur met vier boven elkaar geplaatste staande venstertjes (1 uitgevoerd als draaibaar venster); natuurstenen onderdorpel en neut. Boven de entree is “Het Huis Paterswolde” op de gootlijst geschilderd.
Waardering
De villa is van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:
Cultuurhistorische waarde
- de villa gebouwd als burgemeesterswoning vertegenwoordigt cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de huisvesting van notabelen in Drenthe
Architectuurhistorische waarde
- vanwege de waarde van de villa uit 1931 ontworpen door het architectenduo J. Boelens uit Assen en H. Hofstee uit Paterswolde als bijzondere uitdrukking van woonhuisarchitectuur in Interbellumarchitectuur met kenmerken van de Engelse Landhuisstijl en de Amsterdamse Schoolstijl in Drenthe;
- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp;
- vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de opvallende en zorgvuldige detaillering in Interbellumarchitectuur met kenmerken van de Engelse Landhuisstijl en de Amsterdamse Schoolstijl
Stedenbouwkundige/ensemble waarde
- vanwege de bijzondere betekenis van de villa voortkomend uit de beeldbepalende situering op een zeer ruim perceel aan de doorgaande weg temidden van villa-achtige bebouwing
- vanwege de ensemblewaarde van de villa gelegen in een reeks van waardevolle villa’s op het voormalige Nijborgterrein waarvan Hoofdweg 274 is aangewezen als rijksmonument, en Hoofdweg 276 eveneens in procedure is om te worden aangewezen als provinciaal monument
Gaafheid
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur van de villa;
- vanwege de waarde van de villa in relatie tot de hoge mate van gaafheid van de stedenbouwkundige structuur en het bebouwingsbeeld van de omgeving
Zeldzaamheid
- vanwege de redelijke mate van zeldzaamheid van de villa in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken