Zuivelfabriek Veenhuizen
Inleiding
Een in 1903 gebouwde voormalige ZUIVELFABRIEK op het ‘Maallust’-terrein te Veenhuizen. Het ontwerp voor de zuivelfabriek werd geleverd door rijksbouwmeester W.C. Metzelaar. Voor de aanvang van de bouw van de stoomzuivelfabriek met bijbehorend vrijstaand ijshuis werd in verband met schoon water eerst een artesische put geboord van 71,5 meter diep. In 1909 wordt naast het bestaande filterlokaal aan de zuidzijde een tweede lokaal gebouwd en een reinwaterkelder met een capaciteit van 19.000 liter. In 1924 wordt de zuivelfabriek opgeheven en verandert de functie van het gebouw in die van maalderij. Hierdoor is het ijshuis overbodig geworden en wordt deze vervolgens in 1928 afgebroken. In 1932 wordt een nieuw kantoortje in gebruik genomen, waarbij het vermoedelijk gaat om een deel van de voormalige spoelplaats aan de westzijde. De transportschroef tussen de maalderij en de graansilo is waarschijnlijk in 1934 aangebracht. De houten dakopbouw aan de oostzijde is in 1968-1969 aangebracht. In 1970 en 1971 vindt onderhoud aan daken en schilderwerk plaats. De zuivelfabriek is gelegen op het complex ‘Maallust’ en heeft zowel een stedenbouwkundige- als een functionele relatie met andere onderdelen van het Maallust-complex, die bestaan uit een graanschuur (Rijksmonument), een graan- en meelpakhuis (Provinciaal monument), een graansilo (Provinciaal monument) en een weegbrug. De inrichting van het terrein is functioneel met een geasfalteerde weg, een met steenslag verhard gedeelte, met op de niet functionele terreingedeelten rond de gebouwen gras of geen verharding. Het complex ligt binnen het van rijkswege beschermde gezicht van Veenhuizen.
Omschrijving
Een uit 1 bouwlaag bestaande voormalige ZUIVELFABRIEK op rechthoekige plattegrond die is opgetrokken in gemetselde gevels voorzien van een laag wit geschilderde cementpleister op een grijs geschilderde plint. In de pleisterlaag zijn horizontale lijnen getrokken ter hoogte van de hardstenen onderdorpels van de vensters. Het geheel wordt gedekt door een plat dak ; houten bakgoten op geprofileerde klossen; ventilatieroosters tussen de klossen; daklijst op plaatsen waar geen goot is aangebracht.
De gevelopeningen zijn deels dichtgezet, maar daar achter zijn vrijwel alle originele vensters en kozijnen nog aanwezig.
De indeling van de vensters op de begane grond bestaat uit een 4-ruits houten roedenverdeling met een 2-ruits tuimelraam als bovenlicht. De verdiepingsvensters hebben een 4-ruits houten roedenverdeling. Alle vensters zijn voorzien van een geprofileerd houten kozijn, hardstenen onderdorpel en een getand loket langs de bovendorpel. Alleen het noordelijk gelegen venster in de oostgevel is voorzien geweest van luiken.
In de oostelijke gevel van het hoofdvolume twee dubbele opgeklampte deuren, ongeveer 1 meter boven het maaiveld. Het oorspronkelijke bordes voor de deuren is vervangen door het huidige exemplaar. De zuidgevel wordt geleed door gepleisterde pilasters, het gebouw was in opzet aan deze zijde de helft breder.
Tegen de noordelijke gevel van het hoofdvolume is een rechthoekige lagere aanbouw onder plat dak geplaatst waarin vensters als omschreven en een originele opgeklampte deur; dubbele daklijst en een uitkragende houten bakgoot.
Waardering
De zuivelfabriek is van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:
Cultuurhistorische waarde
- de zuivelfabriek behorende bij het ambachtscluster Maallust van de Rijkswerkinrichting Veenhuizen vertegenwoordigt een hoge cultuurhistorische waarde vanwege de relatie met de geschiedenis van de Rijkswerkinrichting en het gebied van Veenhuizen dat als geheel een bijzondere plaats inneemt binnen de ontwikkelingsgeschiedenis van de ontginning van woeste gronden, armenzorg, (gedwongen) werkverschaffing en later de huisvesting van gedetineerden in Drenthe
Architectuurhistorische waarde
- de zuivelfabriek uit 1903 naar ontwerp van rijksbouwmeester W.C. Metzelaar vormt een bijzondere uitdrukking van industriële architectuur in een sober/functionalistische Overgangsarchitectuur in Drenthe;
- vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de zorgvuldige detaillering in een sober/functionalistische Overgangsarchitectuur
Stedenbouwkundige / ensemblewaarde
- vanwege de betekenis van de zuivelfabriek als essentieel historisch-functioneel complexonderdeel van het ambachtscluster Maallust behorende bij de Rijkswerkinrichting Veenhuizen die als representant van de ontwikkelingsgeschiedenis van de ontginning van woeste gronden, armenzorg, (gedwongen) werkverschaffing en later de huisvesting van gedetineerden in Drenthe in cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig opzicht van belang is;
- vanwege de visuele en historisch-functionele samenhang met de naastgelegen onderdelen van het ambachtscluster Maallust bestaande uit een rijksmonumentale graandrogerij, een graan- en meelpakhuis en een graansilo. Laatstgenoemde objecten zijn eveneens aangewezen als provinciaal monument. Het complex maakt deel uit van het van rijkswege beschermde gezicht van Veenhuizen
Gaafheid / authenticiteit
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur van de zuivelfabriek;
- vanwege de waarde van de zuivelfabriek in relatie tot de hoge mate van gaafheid van de stedenbouwkundige structuur en het bebouwingsbeeld van het ambachtscluster Maallust, gelegen binnen het van rijkswege beschermde gezicht van Veenhuizen
Zeldzaamheid
- vanwege de hoge mate van zeldzaamheid van de zuivelfabriek in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken