gemoderniseerde boerderij

Inleiding

De veenkolonie Valthermond ontstond in het midden van de 19e eeuw langs twee (thans gedempte) kanalen, de Noorder Hoofdvaart en Zuider Hoofdvaart. De twee hoofdassen heten tegenwoordig Noorderdiep en Zuiderdiep, omringd door de Noorder- en Zuiderdwarsplaatsen, bouwlanden met elk circa 50 wijken.
Hoewel een groot aantal wijken nog geheel intact zijn is de wijk ter plaatse van het perceel Zuiderdiep 527 deels gedempt om het erf groter en beter bereikbaar te maken.
De boerderij Zuiderdiep 527 te Valthermond is in 1954 ontworpen door de architect E. Scholten uit Hengelo naar een opdracht van de heer J. Mantingh uit Valthermond.
Het plan dat door aannemer J.R. Vuurboom en Zn. te Valthermond werd uitgevoerd bestond eruit om van een bestaande boerderij op deze plek het voorhuis te slopen. Ten noordoosten van de overgebleven schuur werd een nieuw woonhuis gebouwd dat met een lage rechthoekige aanbouw werd verbonden met de hoek van de schuur. Vervolgens werd de schuur van een compleet nieuwe voorgevel voorzien.
Het woonhuis werd op de begane grond van een hal, woonkamer en twee slaapkamers voorzien, waarvan één voor de ouders. Op de verdieping kwamen drie slaapkamers en een badkamer. In de lage aanbouw naar de schuur werd een keuken gerealiseerd met aansluitend een spoelruimte inpandig in de hoek van de schuur.
De boerderij maakt deel uit van de agrarische lintbebouwing aan de zuidzijde van het Zuiderdiep, aan de westzijde van het perceel grenzend aan een deels gedempte wijk.
De erfinrichting bestaat aan de noord- en oostzijde uit gras en bomen; het erf rond het bedrijfsgedeelte is verhard.

Omschrijving

De boerderij Zuiderdiep 527 te Valthermond bestaat uit drie aan elkaar gekoppelde onderdelen.
Het op rechthoekige plattegrond gebouwde woonhuis is twee bouwlagen hoog en opgetrokken in rode baksteen. Het woonhuis wordt gedekt door een zadeldak belegd met een gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pan en met in het midden een bakstenen nokschoorsteen. Langs het dak een platte zinken bakgoot in gootbeugels. De vensters zijn voorzien van houten kozijnen, een hanenkam en lekdorpeltegels. Het grote venster aan de noordzijde steekt buiten de gevel uit, heeft boven de bovendorpel een uitkragende en geprofileerde houten lijst en rust aan de onderzijde op twee geprofileerde houten klossen.
De entree in de voorgevel bestaat uit een houten paneeldeur met bovenlicht, een houten deuromlijsting, een gemetselde stoep en een betonnen luifeltje.

De voorgevel van de op een rechthoekige plattegrond gebouwde schuur is opgetrokken in dezelfde baksteen als het woonhuis en wordt gedekt door een afgewolfd zadeldak belegd met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Aan de noord- en zuidzijde van de schuur een houten windveer. In de noordelijke nok bevindt zich een uilenbord. Onderlangs het dak een zinken bakgoot in gootbeugels. De voorgevel wordt geleed door vierkante houten vensters voorzien van lekdorpeltegels en hanenkam. Rechts in de gevel een dubbele opgeklampte inrijdeur met twee staande drieruits vensters onder een gemetselde segmentboog. In de in een iets andere baksteen opgetrokken zijgevels van de schuur bevinden zich liggende betonnen vensters met een drieruits verdeling.

Het verbindingsstuk tussen woonhuis en schuur is gebouwd op een rechthoekige plattegrond en één bouwlaag hoog. Het is opgetrokken in dezelfde baksteen als het woonhuis en wordt gedekt door een zadeldak belegd met een gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pan. Onderlangs het dak een bakgoot met houten gootlijst.
De noordgevel wordt geleed door een liggend venster voorzien van hanenkam en lekdorpeltegels.

Waardering

Boerderij, gelegen aan het Zuiderdiep 527 te Valthermond in de gemeente Borger-Odoorn, gebouwd in 1954 door de architect E. Scholten te Hengelo (O), van belang voor de provincie Drenthe vanwege de:

  • cultuurhistorische waarde, gelet op het belang van het pand als bijzondere uitdrukking van de schaalvergroting in de landbouw en de modernisering van het landbouwbedrijf in de jaren vijftig en als uitdrukking van het agrarische karakter van de provincie Drenthe;
  • architectuurhistorische waarde, zich uitend in de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en als een representatief voorbeeld van een typologische modernisering waarbij het woonhuis apart is geplaatst en door de tussenlid aan de bedrijfsruimte wordt verbonden;
  • authentieke situering van het object en de ruimtelijke relatie met de omgeving;
  • gaafheid van het ontwerp.