Halteplaats Exloo

Inleiding

Een in 1904 in Overgangsarchitectuur met belangrijke kenmerken van de Art Nouveau gebouwde HALTEPLAATS voor de Noord Ooster Lokaal Spoorwegmaatschappij (NOLS). Het gebouw is ontworpen door de vermaarde Amsterdamse architect Eduard Cuypers. Hotel “Wapen van Exloo” was in de beginjaren het stationskoffiehuis annex hotel behorende bij het station. Langs het hotel was een pad waarlangs men via de halte op het perron kon komen. In 1991 is de halteplaats na leegstand grondig verbouwd tot woonhuis, waarbij de aanbouw aan de zuidzijde is verbreed en waarbij de kap en het gebouw een grotendeels symmetrische opbouw hebben gekregen.
Aan de westzijde van de halte staat een niet origineel bijgebouw dat niet onder de provinciale bescherming valt. De voormalige halte is feitelijk te bereiken via de Buinerweg, waarbij vervolgens de voormalige spoordijk wordt gekruist. Het noordelijk gedeelte van de oostgevel is nog steeds als perron te herkennen met in het midden van de oostelijke gevel een tegeltableau met daarin de haltenaam “Exloo”.
Het pand ligt temidden van oude bomen langs de voormalige spoordijk net buiten de kern van Exloo. De halteplaats van Exloo vormt een ensemble met de halteplaats van Valthe die eveneens in procedure is om te worden aangewezen als provinciaal monument. In het landschap is de voormalige spoordijk nog deels te herkennen. Het tracé fungeert tegenwoordig gedeeltelijk als fietspad.

Omschrijving

Een uit 1 bouwlaag bestaande en op samengestelde plattegrond gebouwde voormalige HALTEPLAATS die is opgetrokken in rode baksteen op een gemetselde plint van rode baksteen, afgezet met rood/bruine geglazuurde afzaten. De noordelijke- en westelijke gevel bestaan uit een later aangebrachte witte pleisterlaag. De oostelijke gevel heeft risaliserend middengedeelte.
Het geheel wordt gedekt door een samengesteld overkragende kap, die wordt gevormd door twee, elkaar in het midden kruisende zadeldaken belegd met oranje geglazuurde Tuiles du Nord; gemetselde nokschoorsteen in rode baksteen aan de noordzijde; gemetselde rood bakstenen schoorsteen op oostelijk dakvlak; oorspronkelijke schoorsteen aan de noordzijde iets risaliserend in de gevel; rond de kap houten bakgoten op geprofileerde klossen.
De gevels worden voornamelijk geleed door dubbele staande vensters met staand bovenlicht onder latei en gemetselde of gepleisterde segmentboog en voorzien van bruin geglazuurde lekdorpeltegels. Staande verdiepingsvensters onder latei.
De voormalige entree is gelegen bij de voormalige wachtruimte aan de oostzijde bij het perron en bestaat uit een ruim overkragend dak; paneeldeur met dubbel staand venster; aan beide zijden van de deur een dubbel staand zijlicht met 1 dubbele en 4 enkele bovenlichten; 3 rijen geglazuurde afzaten onder de zijlichten; natuurstenen onderdorpel; gemetselde segmentbogen van rode baksteen boven de vensters. De oorspronkelijke gevels zijn verder voorzien van speklagen van Bentheimer zandsteen.
De gevelindeling van de westelijk gelegen achtergevel is gewijzigd in verband met de verbouwing tot woonhuis. Tegenwoordig is de feitelijke entree in deze westelijke gevel gelegen.

Waardering

De halteplaats van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:

Cultuurhistorische waarde

  • de halteplaats vertegenwoordigt hoge cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de infrastructurele ontwikkelingen in Drenthe rond 1900

Architectuurhistorische waarde

  • als bijzondere uitdrukking van een halteplaats gebouwd ontworpen in 1904 door de Amsterdamse architect Eduard Cuypers in Overgangsarchitectuur met belangrijke kenmerken van de Art Nouveau
  • vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp
  • vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de zorgvuldige detaillering in Overgangsarchitectuur met belangrijke kenmerken van de Art Nouveau

Stedenbouwkundige / ensemblewaarde

  • vanwege de beeldbepalende ligging van de halteplaats net buiten Exloo
  • vanwege de ensemblewaarde van de halteplaats als essentieel historisch-functioneel complexonderdeel van de voormalige spoorlijn in samenhang met de in Valthe gesitueerde halteplaats die eveneens in procedure is om te worden aangewezen als provinciaal monument

Gaafheid / authenticiteit

  • vanwege de redelijke mate van gaafheid van (delen van) het exterieur van de halteplaats;
  • vanwege de waarde van de tramhalte en -remise in relatie tot de redelijke mate van gaafheid van de stedenbouwkundige structuur van de omgeving waarin de voormalige spoordijk nog is te herkennen

Zeldzaamheid

  • vanwege de redelijke mate van zeldzaamheid van de halteplaats in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken