Molenaarshuis

Inleiding

Een in circa 1900 als krimpenboerderij gebouwd MOLENAARSHUIS met vrijstaande STAL, STOOKHOK en een KORENBEWAARPLAATS. De als dienstwoning bij de achterliggende molen “De Eendracht” (Rijksmonument) behorende boerderij is gebouwd in een zeer sobere Ambachtelijk-traditionele bouwtrant.
In 1934 vraagt de toenmalige eigenaar, molenaar de heer Mulder, vergunning aan voor uitbreiding van de achterzijde van de schuur. Het aan de oostzijde van de boerderij opgetrokken stookhok is volgens het bouwarchief van de gemeente waarschijnlijk omstreeks 1938 gebouwd. In 1952 laat molenaar Mulder het complex door aannemer R. Komdeur uit Bonnerveen verder uitbreiden met een bergplaats voor koren.
Het complex vormt samen met het rijksmonument een fraai en vrijwel authentiek geheel dat beeldbepalend aan de straat ligt. De erfinrichting is functioneel en sober met als enige erfverharding een tegelpad naar voor- en achterdeur. Verder aan voor- en oostzijde van de boerderij gras en een eenvoudige heg langs de straat als erfafscheiding.

Omschrijving

De uit 1 bouwlaag bestaande MOLENAARSWONING is gebouwd als krimpenboerderij op een samengestelde plattegrond. Het gebouw is opgetrokken in een rode baksteen, waarbij de oostelijke zijgevel van het bedrijfsgedeelte gedeeltelijk is vernieuwd met een niet originele baksteen. Het pand wordt gedekt door een afgewolfd zadeldak belegd met een rode oude Hollandse pan; op het woongedeelte een gemetselde nokhoekschoorsteen en een gemetselde nokschoorsteen; daklijst met windveer aan voor- en achterzijde; windveer in krimp; zijgevels met muurplaat, aan de oostzijde voorzien van gootbeugels en zinken mastgoot; westzijde geen goot.
De voorgevel (noordzijde) wordt geleed door drie H-vensters onder rollaag met houten onderdorpel; tussen het eerste en tweede venster van links bevindt zich de entree; op de verdieping drie liggende 2-ruits zoldervensters onder rollaag.
In de oostelijke gevel van het woonhuis een 2-ruits staand venster onder rollaag met houten onderdorpel en twee 6-ruits schuifvensters onder rollaag; in de noordgevel van de krimp een zelfde 2-ruits venster als in de zijgevel. De oostgevel van het bedrijfsgedeelte is gedeeltelijk opnieuw opgetrokken in een niet originele baksteen. Hierin is een niet originele deur met zijvenster aangebracht. Verder vier originele getoogde ijzeren 2-ruits stalvensters onder rollaag met gemetselde lekdorpel.
De westgevel van het bedrijfsgedeelte wordt eveneens geleed door vier dezelfde stalvensters als aan de oostzijde; verder aan de voorzijde en in de krimp een 2-ruits venster onder rollaag met houten onderdorpel.
De achtergevel is voorzien van smeedijzeren staafankers en bevat een getoogde opgeklampte baander met geintegreerde loopdeur onder rollaag; rechts daarvan een opgeklampte deur onder rollaag met aanweerszijden een getoogd gietijzeren stalvenster met decoratieve roedenverdeling onder rollaag en voorzien van gemetselde lekdorpel; rechts een opgeklampte deur met bovenlicht onder rollaag. Op de verdieping twee stalvensters als tussen de deuren.
De entree is gelegen links van het midden in de voorgevel en bestaat uit een houten paneeldeur met venster; geprofileerd kalf; liggend bovenlicht onder rollaag.

Aan de achterzijde van de boerderij een vrijstaande STAL op rechthoekige plattegrond onder een aan de zuidzijde verder doorlopend zadeldak. De muren zijn opgetrokken in rode baksteen en het dak is belegd met een rode platte Muldenpan. De achtergevel is gedeeltelijk opnieuw opgetrokken in een niet originele baksteen, waarbij tevens de gevelindeling deels is gewijzigd. In de oostelijke topgevel een brede opgeklampte houten deur met rechts daarvan een 3-ruits liggend venster; op de verdieping een getoogd ijzeren venster onder rollaag met gemetselde lekdorpel.
Aan de oostzijde een rood bakstenen STOOKHOK onder zadeldak belegd met een gesmoorde platte Muldenpan. Op de oostzijde van het dak een gedeeltelijk verdwenen gemetselde nokhoekschoorsteen. Zuidgevel met twee getoogde 2-ruits ijzeren vensters onder hanenkam met gemetselde lekdorpel; noordgevel twee niet originele liggende vensters; in de oostelijke topgevel een opgeklampte houten toegangsdeur.
Rechts op het achtererf een vrijstaande KORENBEWAARPLAATS van rode baksteen op rechthoekige plattegrond. Het gebouw wordt gedekt door een schilddak belegd met een gesmoorde grijze Muldenpan. De gevels worden geleed door 3-ruits liggende betonnen vensters; in de oostelijke gevel een 2-delige opgeklampte schuifdeur onder betonnen latei.

Waardering

Het complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats is van algemeen belang voor de provincie Drenthe op grond van de volgende criteria:

Cultuurhistorische waarde

  • vanwege de waarde van het complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats als bijzondere uitdrukking van de aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid rond 1900 op het Drentse platteland

Architectuurhistorische waarde

  • als representant van een complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats uit omstreeks 1900 in een zeer sobere Ambachtelijk-traditionele bouwtrant in Drenthe
  • vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de zorgvuldige detaillering in een zeer sobere Ambachtelijk-traditionele bouwtrant

Stedenbouwkundige/ensemble waarde

  • vanwege de zeer beeldbepalende ligging van het complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats aan de doorgaande weg in Gieterveen
  • vanwege de betekenis van het molenaarshuis, de stal, het stookhok en de korenbewaarplaats als essentiële onderdelen van een complex met de rijksmonumentale molen dat als representant van het historische Drentse molenaarsbedrijf in cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig opzicht van belang is

Gaafheid

  • vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur van het complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats
  • vanwege de waarde van het complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats in relatie tot hoge mate van gaafheid van de stedenbouwkundige structuur en de redelijke mate van gaafheid van het bebouwingsbeeld van de omgeving

Zeldzaamheid

  • vanwege de hoge mate van zeldzaamheid van het complex met molenaarshuis, stal, stookhok en korenbewaarplaats in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken