pompstations Havelte, Dwingeloo, Uffelte en Meppel

Inleiding

In de 17e eeuw werd in Drenthe door kapitaalkrachtige ondernemers uit het westen begonnen met de ontginning van het Drentse veen. Voor de afvoer van de turf en de ontwatering van het gebied werd tussen 1750 en 1780 een nieuw kanaal gegraven tussen Meppel en Assen, de Drentse Hoofdvaart.
Het kanaaltracé met een lengte van 44 kilometer volgde voor een deel de loop van enkele riviertjes. Tussen Meppel en Assen was er sprake van een behoorlijk verval. Om dit op te lossen werd in 1870 een zestal sluizen gebouwd met sluiswachterwoningen in een standaardbouwstijl. Door de toename van het scheepvaartverkeer aan het begin van de twintigste eeuw ontstonden er problemen met het op peil houden van de waterstand bij de sluis. Dit werd opgelost door het bouwen van een elektrisch gemaal bij de sluis. In de jaren ’50 werd een tweede pompgebouw bijgebouwd.
De provinciale bescherming richt zich op de in de jaren ’50 gebouwde pompgebouwen bij de Haveltersluis, de Dieversluis, de Haarsluis, de Uffeltersluis, de Venesluis en de Paradijssluis.

Omschrijving

De pompgebouwen zijn gebouwd op een rechthoekige plattegrond en bestaan uit één bouwlaag. Het gebouw wordt gedekt door een sterk overkragend, flauw aflopend zadeldak voorzien van een bitumen dakbedekking.
Het dak is voorzien van een geprofileerde daklijst, een met hout betimmerde (overkragende) topgevel en een met houten schroten betimmerde onderzijde van het iets naar buiten toe oplopende dak-overstek.
Het pompgebouw rust op een fundament van betonelementen dat voor een deel oversteekt boven de uitlaatopening en waarop een circa 30 centimeter dikke betonnen vloerplaat ligt.

De gevels zijn opgetrokken in roodbruin genuanceerde baksteen op een donker gevoegd trasraam. Langs de bovenzijde van de gevels twee banden van iets uitkragend gemetselde baksteen.
De gevels worden geleed door rechtgesloten houten kozijnen met een houten roedenverdeling onder rollaag. Bovenlangs het kozijn boven de uitlaatopening is een betonnen latei aangebracht.
De noordgevel wordt geleed door een dubbele opgeklampte houten toegangsdeur. Boven de deur een groot houten bovenlicht voorzien van ruitvormige roedenverdeling onder gemetselde rollaag.
Aan twee zijden worden grote buizen door de gevels gevoerd ten behoeve van de aan- en afvoer van het water van de pomp.

Waardering

Pompgebouwen langs de Drentse Hoofdvaart, gelegen ter hoogte van Havelte (Haveltersluis), Dwingeloo (Dieversluis, Haarsluis en Veenesluis), Uffelte (Uffeltersluis) en Meppel (Paradijssluis), in de gemeenten Westerveld en Meppel, gebouwd in de periode 1950-1952 door de Provinciale Dienst, van belang voor de provincie Drenthe vanwege de:

  • cultuurhistorische waarde als zijnde onderdeel van de Drentse Hoofdvaart, een van de belangrijkste vaarverbindingen van Drenthe en uiting gevend aan de beheersing van deze vaarverbinding
  • architectonische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het functionele ontwerp gelet op de vormgeving van het dak, de aandacht voor het metselwerk en de raamdetaillering; als uit-drukking van een technische en typologische ontwikkeling van pompgebouwen in het algemeen
  • ensemblewaarde gelet op de betekenis van het pompgebouw als onderdeel van een reeks van identieke pompgebouwen
  • vanwege de gaafheid van het ontwerp